Ces deux sections autonomes doivent pouvoir développer des programmes de formation spécifiques en fonction du public visé, tout en ouvrant la possibilité d'organiser des programmes communs aux magistrats et aux autres personnels de l'ordre judiciaire, ainsi qu'à d'autres professions judiciaires, tels que les avocats et les huissiers de justice.
De beide autonome afdelingen van het instituut moeten naargelang de doelgroep specifieke opleidingsprogramma's kunnen ontwikkelen, en tegelijk de mogelijkheid hebben om opleidingsprogramma's te organiseren die gemeenschappelijk zijn voor de magistraten en de overige personeelsleden van de rechterlijke orde, evenals voor andere gerechtelijke beroepen, zoals de advocaten en de gerechtsdeurwaarders.