2. Projets transnationaux spécifiques d’intérêt communautaire présentés par trois États au moins, dont deux États membres au moins, avec la coopération éventuelle d'autres États associés ou candidats à l'adhésion, dans les conditions prévues dans les programmes de travail annuels; ou
(b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie landen, waarvan ten minste twee lidstaat zijn, mogelijk in samenwerking met geassocieerde landen of landen die kandidaat zijn voor toetreding,worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of