2. Pourquoi les attestations qui devraient être délivrées suivant la procédure accélérée instaurée par l'article 12 de la loi-programme précitée du 10 février 1998 et les articles 28 et 30, § 1er, de l'arrêté royal précité du 21 octobre 1998 restent-elles, comme par le passé, délivrées par le bureau de la chambre?
2. Waarom worden de getuigschriften die overeenkomstig de bij artikel 12 van de voormelde programmawet van 10 februari 1998 en de artikelen 28 en 30, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 21 oktober 1998 ingestelde versnelde procedure zouden moeten worden uitgereikt, nog altijd door het bureau van de kamer verstrekt?