Le Conseil d'État estimait dans son avis nº L 29.416/4 que le projet d'arrêté royal ne pouvait pas être pris en considération pour avis étant donné que le projet n'avait pas obtenu l'accord des gouvernements des communautés alors que l'article 92ter de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles l'exigeait, et que l'article 105decies A, § 1 , de la loi du 21 mars 1991 prévoit une représentation de chaque communauté dans la commission d'éthique.
De Raad van State oordeelde in zijn advies nr. L 29.416/4 dat het ontwerp van koninklijk besluit niet voor advies in aanmerking kon genomen worden omdat het ontwerp niet het akkoord verkregen had van de regeringen van de gemeenschappen, terwijl dit volgens artikel 92ter van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen vereist was, omdat artikel 105decies A, § 1, van de wet van 21 maart 1991 voorziet in een vertegenwoordiging van iedere gemeenschap in de ethische commissie.