3. Même si le texte en projet n'appelait aucune objection quant à sa constitutionnalité, il y aurait néanmoins lieu de noter que la construction qui consiste à combiner l'article 32bis, en projet, de la Constitution et les articles 1, 2º, et 26, § 1, 3º, en projet, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, ne peut garantir que la Cour deviendrait la seule instance centralisant l'interprétation des dispositions de droit international relatives aux droits civils et politiques.
3. Zelfs indien er tegen de ontworpen regeling geen grondwettigheidsbezwaren zouden bestaan, zou er nog op gewezen moeten worden dat met de constructie die bestaat in de combinatie van het ontworpen artikel 32bis van de Grondwet en de ontworpen artikelen 1, 2º, en 26, § 1, 3º, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, niet gewaarborgd kan worden dat de interpretatie van de internationaalrechtelijke bepalingen inzake burgerlijke en politieke rechten bij het Hof geconcentreerd zou worden.