L'article 6 précise aussi que lorsque l'OLAF n'est pas en mesure de clôturer une enquête dans les 12 mois suivant son ouverture, son directeur peut décider d'une prolongation pouvant aller jusqu'à six mois, mais il est tenu d'en informer le comité de surveillance, en indiquant pourquoi cette prolongation est nécessaire.
Artikel 6 bepaalt ook dat de directeur, wanneer OLAF een onderzoek niet binnen 12 maanden kan afronden, kan besluiten het met maximaal 6 maanden te verlengen, maar dat hij het Comité van toezicht hiervan in kennis moet stellen met vermelding van de redenen waarom de verlenging nodig is.