En 1999, la Commission était entrée en fonction en promettant une politique de tolérance zéro face à la fraude et à la corruption, mais aujourd’hui elle lègue à ses successeurs des scandales à moitié étouffés (voir Eurostat) et "un fouillis sans précédent de dispositions parfois contradictoires et de services nouvellement créés, de sorte que conflits de compétences et transferts de responsabilités sont préprogrammés" (paragraphe 2).
In 1999 heeft de Commissie haar taken aangevat met de belofte van een nultolerantiebeleid op het stuk van fraude en bedrog. Nu laat zij voor haar opvolgers echter een aantal grotendeels verdoezelde schandalen achter (denk maar aan Eurostat), evenals “een warboel zonder weerga van ten dele tegenstrijdige voorschriften en nieuw gecreëerde instanties en organen, zodanig dat competentiegeschillen en het elkaar toeschuiven van de verantwoordelijkheid zijn ingebouwd” (paragraaf 2).