Art. 6. A la date du 1 septembre 1999, selon des modalités qui seront arrêtées de concert par les trois Gouvernements, un service analogue sera assuré aux établissements d'enseignement primaire, ordinaire et spécial, secondaire spécial autres que ceux visés à l'article 3 ainsi qu'aux établissements de promotion sociale, pour autant, qu'ils organisent de l'enseignement du niveau secondaire.
Art. 6. Vanaf 1 september 1999 kunnen de inrichtingen van het gewoon en buitengewoon lager onderwijs en van het buitengewoon secundair onderwijs die niet onder de toepassing van artikel 3 vallen, alsook de inrichtingen voor sociale promotie, voor zover ze een opleiding van het secundair niveau organiseren, in aanmerking komen voor een gelijksoortige dienst onder de voorwaarden die de drie Regeringen gezamenlijk zullen bepalen.