L'absence de promulgation d'un arrêté d'exécution dans un délai de trois ans à dater de l'adoption de la loi du 9 avril 1980 organisant la rémunération des avocats stagiaires chargés de l'assistance judiciaire fait en sorte que le délai raisonnable dont dispose le pouvoir exécutif pour promulguer un arrêté en la matière est dépassé et que, partant, l'Etat belge se rend coupable de négligence par omission au sens de l'article 1382 du Code civil (justice de paix d'Anvers - 23 août 1983 - «Rechtskundig Weekblad», 29 octobre 1983, col.
«Door het niet uitvaardigen van een uitvoeringsbesluit gedurende een termijn van drie jaar na de totstandkoming van de wet van 9 april 1980 betreffende de bezoldiging van de advocaten-stagiairs belast met de rechtsbijstand, is de redelijke termijn waarover de uitvoerende macht beschikt om desaangaande een besluit uit te vaardigen overschreden, en maakt de Belgische Staat zich dan ook schuldig aan nalatigheid door verzuim in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek» (vredegerecht Antwerpen - 23 augustus 1983 - Rechtskundig Weekblad, 29 oktober 1983, kol.