Elle a ensuite examiné les pouvoirs de Mmes Kaçar et Cornet d’Elzius, sénatrices suppléantes qui viennent en ordre utile pour remplacer respectivement Mme Vogels et M. Hasquin, en application de l’article 1er bis de la loi du 6 août 1931.
Ze heeft vervolgens de geloofsbrieven onderzocht van de dames Kaçar en Cornet d’Elzius, senatoren-opvolgers die in aanmerking komen om respectievelijk mevrouw Vogels en de heer Hasquin te vervangen overeenkomstig artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931.