15. partage l'avis de la Commission selon lequel il faut éviter que
les aides d'État n'entraînent le déplacement d'une activité d'un site à l'autre au sein
de l'EEE; exprime cependant des doutes concernant les projets de paragraph
es 24-25 et 122-124 proposés, qu'il estime manquer de complémentarité avec la politique de cohésion et être incompatibles avec l'objectif de simplification; observe en particulier que le chiffre de deux
...[+++]ans est forcément arbitraire et qu'il pourrait être impossible de faire respecter cette règle vu la difficulté de prouver un lien de causalité et l'existence d'un projet deux ans à l'avance; craint que cette règle favorise les entreprises non européennes aux dépens des entreprises européennes et provoque une délocalisation en dehors de l'EEE, alors que des aides d'État seraient susceptibles d'attirer une activité vers des régions bénéficiant d'une assistance; 15. deelt de mening van de Commissie dat voorkomen moet worden dat staatssteun leidt tot de verplaatsing van een activiteit naar een andere vestiging binnen de EER; plaatst echter vraagtekens bij de voorgestelde ontwerpparagrafen 2
4, 25 en 122 t/m 124, aangezien ze niet goed zouden aansluiten op het cohesiebeleid en in strijd zouden zijn met de doelstelling van vereenvoudiging; wijst er met name op dat de periode van twee jaar vanzelfsprekend arbitrair is en dat het misschien wel onmogelijk blijkt om deze regel op te leggen, aangezien elk causaal verband en het bestaan van een planning voor over twee jaar moeilijk aan te tonen is; vre
...[+++]est dat deze regel niet-Europese bedrijven bevoordeelt ten opzichte van Europese bedrijven met als gevolg dat bedrijven zich verplaatsen buiten de EER als zij met hun activiteiten op die manier kunnen profiteren van regionale steun aan gesubsidieerde gebieden;