Ils sont proposés comme suit : 1° cinq membres de la communauté académique, à proposer par le VLUHR ; 2° six membres de la communauté socioéconomique, à proposer par le SERV ; 3° deux représentants des services locaux et des provinces, à proposer par la VVSG et la VVP ; 4° un représentant, proposé par la Vlaamse Landmaatschappij ; 5° trois membres des organisations de la société civile, à proposer par les Verenigde Verenigingen (Associations associées) ; 6° cinq représentants des instances publiques flamandes, à proposer par le Comité de coordination des statistiques publiques flamandes.
Ze worden als volgt voorgedragen: 1° vijf leden uit de academische gemeenschap, voor te dragen door VLUHR; 2° zes leden uit de socio-economische gemeenschap, voor te dragen door SERV; 3° twee vertegenwoordigers van de lokale besturen en de provincies, voor te dragen door VVSG en VVP; 4° een vertegenwoordiger, voor te dragen door de Vlaamse Gemeenschapscommissie; 5° drie leden uit de middenveldorganisaties, voor te dragen door de Verenigde Verenigingen; 6° vijf vertegenwoordigers van Vlaamse overheidsinstanties, voor te dragen door het Coördinatiecomité voor Vlaamse openbare statistieken.