L'article 7 donne une liberté d'appréciation au Conseil aussi bien pour la constatation du risque clair de violation grave que pour la constatation de l'existence de la violation grave et persistante, statuant, selon le cas, sur la base d'une proposition soumise par le Parlement européen, un tiers des Etats membres ou la Commission.
Artikel 7 geeft de Raad beoordelingsvrijheid voor de vaststelling dat er duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending alsmede voor de vaststelling van een ernstige en voortdurende schending. De Raad moet, afhankelijk van het geval, besluiten op grond van een voorstel van het Europees Parlement, een derde van de lidstaten of de Commissie.