On se demande alors pourquoi la proposition inclut le chapitre XI dans son champ d'application alors qu'en vertu de l'article 1255, § 6, du Code judiciaire, pour les procédures en divorce pour désunion irrémédiable qui y sont réglées, « (e)n toute hypothèse, l'audience a lieu en chambre du conseil », c'est-à-dire à huis clos (14) ; il est vrai qu'à la suite sans doute des amendements adoptés lors de la discussion de la loi du 27 avril 2007 réformant le divorce, la même règle n'est pas reproduite dans le même chapitre XI en ce qui concerne le divorce par consentement mutuel.
De vraag rijst dan waarom hoofdstuk XI in het toepassingsgebied van het voorstel opgenomen is terwijl krachtens artikel 1255, § 6, van het Gerechtelijk Wetboek, voor echtscheidingsprocedures wegens onherstelbare ontwrichting die er worden geregeld, « de zitting (...) in elk geval plaats(heeft) in raadkamer », dit wil zeggen met gesloten deuren (14) ; toch is wellicht ten gevolge van de amendementen die goedgekeurd zijn bij de bespreking van de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, dezelfde regel niet overgenomen in hetzelfde hoofdstuk XI wat betreft echtscheiding met wederzijdse toestemming.