1. Lorsqu'un établissement ne satisfait pas à l'exigence globale de coussin de fonds propres, il élabore un plan de conservation des fonds propres qu'il soumet à l'autorité compétente au plus tard cinq jours ouvrables après avoir constaté qu'il ne satisfaisait pas à cette exigence, à moins que l'autorité compétente ne lui accorde un délai supplémentaire pouvant aller jusqu'à dix jours.
1. Indien een instelling niet aan het gecombineerde buffervereiste voldoet, stelt zij een kapitaalconserveringsplan op en dient zij dit uiterlijk vijf werkdagen nadat zij heeft geconstateerd dat zij niet aan dat vereiste voldoet, bij de bevoegde autoriteit in, tenzij de bevoegde autoriteit een langere termijn toestaat, welke termijn ten hoogste tien dagen mag bedragen.