Bien que l'exposé des motifs du projet devenu la loi attaquée indiquent qu'elle met en oeuvre une directive du Conseil de l'Union européenne du 3 juin 2003 (2003/49/CE) visant à supprimer, au 1 janvier 2004, toute imposition
sur les payements d'intérêts et de redevances entre sociétés associées d'Etats
membres différents dans l'Etat d'où ces payements proviennent (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1075/001, p. 4), la Cour constate que ce n'est pas le cas
pour la mesure de « proratisation ...[+++] » attaquée.
Hoewel de memorie van toelichting bij de bestreden wet aangeeft dat die wet een richtlijn ten uitvoer legt van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 (2003/49/EG) die ertoe strekt om, op 1 januari 2004, in de Staat waaruit die uitkeringen afkomstig zijn elke belasting op de uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten op te heffen (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1075/001, p. 4), stelt het Hof vast dat dit niet het geval is voor de bestreden maatregel van « proratering ».