La
question apparaît d'autant plus complexe que parmi les objectifs légitimes qui sont susceptibles de justifier des restrictions aux droits et libertés reconnus par la Convention, les articles 8, 9, 10 et 11 de celle-ci relatifs respectivement au droit au respect de la vie privée et familiale, d
u domicile et de la correspondance, au droit à la liberté de pensée, de conscience et de religion, au droit à la liberté d'expression et au droit à la liberté de réunion pacifique et d'assoc
iation, citent « la ...[+++]protection des droits et libertés d'autrui ».
De vraag is des te complexer daar in de artikelen 8, 9, 10 en 11 van het Europees Verdrag betreffende respectievelijk het recht op de eerbiediging van het privé- en het gezinsleven, de woning en de briefwisseling, het recht op de vrijheid van gedachte, van geweten en van godsdienst, het recht op vrije meningsuiting en het recht op vrijheid van vreedzame bijeenkomst en vereniging, « de bescherming van andermans rechten en vrijheden » wordt vernoemd als een van de rechtmatige doelstellingen die de inperking van de in de Grondwet erkende rechten en vrijheden kunnen rechtvaardigen.