1. Les autorités judiciaires de chaque partie sont habilitées, dans les cas où une partie présente des éléments de preuve raisonnablement accessibles et suffisants pour étayer ses allégations et précise les éléments de preuve à l'appui de ses allégations qui se trouvent sous le contrôle de la partie adverse, à ordonner que ces éléments de preuve soient produits par la partie adverse, sous réserve que la protection des renseignements confidentiels soit garantie.
1. Wanneer een partij redelijkerwijs beschikbaar bewijsmateriaal heeft overgelegd tot staving van haar beweringen, en bij de onderbouwing van haar stellingen bewijsmateriaal heeft gespecificeerd dat zich in de macht van de tegenpartij bevindt, zijn de rechterlijke instanties van de partijen bevoegd te gelasten dat de tegenpartij dit bewijs overlegt, mits de bescherming van vertrouwelijke gegevens wordt gewaarborgd.