26. Comme la réglementation envisagée affecte sur plusieurs points la situation juridique des membres du personnel concernés, ne fût-ce que par les aspects de la protection envisagée qui concernent leur statut disciplinaire, les règles en la matière relèvent en principe, en vertu des articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution, des pouvoirs autonomes du Roi.
26. Aangezien de opgezette regeling in meerdere opzichten een weerslag heeft op de rechtstoestand van de betrokken personeelsleden, al was het maar door de aspecten van de beoogde bescherming die betrekking hebben op hun tuchtreglement, vallen de regels ter zake krachtens de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet, in principe onder de autonome bevoegdheden van de Koning.