« Art. 1243. § 1 . La personne à protéger et, le cas échéant, son père et sa mère, le conjoint, le cohabitant légal, les enfants majeurs de la personne à protéger, pour autant que la personne à protéger vive avec eux, ou la personne vivant maritalement avec la personne à protéger sont convoqués par le greffier, par pli judiciaire, pour être entendus par le juge de paix, le cas échéant en présence de la personne de confiance et du mandataire de la personne à protéger.
« Art. 1243. § 1. De te beschermen persoon en desgevallend, zijn vader en zijn moeder, de echtgenoot, de wettelijke samenwonende en de meerderjarige kinderen van de te beschermen persoon, voor zover de te beschermen persoon met hen samenleeft, of de persoon met wie de te beschermen persoon een feitelijk gezin vormt, worden door de griffier bij gerechtsbrief opgeroepen om door de vrederechter te worden gehoord, desgevallend in aanwezigheid van de vertrouwenspersoon en de lasthebber van de te beschermen persoon.