Quand bien même l'on pourrait admettre qu'outre des motifs de financement, un motif de dissuasion constitue également le fondement de la redevance de base progressive, force est de constater que le Gouvernement flamand ne présente aucun argument susceptible de démontrer la pertinence du régime au regard de l'objectif sous-jacent : « Le Gouvernement flamand ne pr
oduit aucun élément prouvant que les différents exploi
tants d'animaux qui appartiennent à un seul propriétaire portent une plus grande responsabilité pour le surfumage que l'ex
...[+++]ploitant-propriétaire comparable des animaux ».
Indien al mag worden aangenomen dat naast financieringsmotieven ook nog een afradingsmotief aan de grondslag van de progressieve basisheffing mag liggen, dan nog moet worden vastgesteld dat de Vlaamse Regering geen enkel argument aanvoert om de pertinentie van de regeling ten aanzien van het achterliggende doel aan te tonen : « De Vlaamse regering reikt immers geen enkel gegeven aan dat het bewijs levert dat de verschillende exploitanten van dieren die aan één eigenaar toebehoren, meer verantwoordelijk zijn voor de overbemesting dan de vergelijkbare exploitant-eigenaar van de dieren ».