L'article 17 de la Convention stipule par exemple ce qui suit : « Les États parties reconnaissent l'importance de la fonction remplie par ces médias et veillent à ce que l'enfant ait accès à une information et à des matériels provenant de sources nationales et internationales diverses, notamment ceux qui visent à promouvoir son bien-être social, spirituel et moral ainsi que sa santé physique et mentale».
Artikel 17 van het verdrag bijvoorbeeld bepaalt : « De Staten die partij zijn, erkennen de belangrijke functie van de massamedia en waarborgen dat het kind toegang heeft tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn sociale, psychische en morele welzijn en zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid».