Ces termes semblent devoir être interprétés comme suit : « Pour que les avantages obtenus constituent des revenus professionnels imposables en principe, il faut mais il suffit qu'ils proviennent de (trouvent leur source dans) l'exercice par celui qui les obtient de son activité professionnelle; qu'ils se rattachent à cette activité; qu'ils en constituent un produit direct ou indirect, principal ou accessoire ».
Deze woorden moeten als volgt worden uitgelegd : « Opdat de verkregen voordelen in principe belastbare beroepsinkomsten zouden zijn, is het nodig maar volstaat het dat zij voortspruiten uit de uitoefening van de beroepswerkzaamheid door de verkrijger of dat zij daarin hun oorsprong vinden; dat ze op die werkzaamheid betrekking hebben; dat ze een rechtstreekse of onrechtstreekse, wezenlijke of bijkomstige opbrengst ervan uitmaken ».