VII. - Congé d'ancienneté Art. 10. Il est octroyé un jour de congé d'ancienneté à tous les ouvriers qui comptent dix ans de service dans une ou plusieurs entreprises relevant de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de gravier et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d'Anvers, de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du Brabant flamand.
VII. - Anciënniteitsverlof Art. 10. Aan alle werklieden die tien jaar anciënniteit hebben in één of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams Brabant, zal één dag anciënniteitsverlof toegekend worden.