Lorsque, par suite de conditions météorologiques défavorables, l'état de l'ouvrage ne peut être constaté pendant le délai de quinze jours fixé pour la réception provisoire ou la réception définitive, cette impossibilité est constatée par un procès-verbal, après convocation de l'entrepreneur, et le procès-verbal de réception ou de refus de réception est dressé dans les quinze jours qui suivent le jour où cesse cette impossibilité.
Wanneer ingevolge ongunstige weersomstandigheden de staat van het bouwwerk niet kan worden opgenomen gedurende de voor de voorlopige of voor de definitieve oplevering vastgestelde termijn van vijftien dagen, wordt die onmogelijkheid bij proces-verbaal na oproeping van de aannemer vastgesteld, en wordt het proces-verbaal van oplevering of van weigering van oplevering binnen de vijftien dagen na de dag waarop de onmogelijkheid heeft opgehouden te bestaan, opgesteld.