1. Conformément à l'article 35 de la loi du 5 août 1991 sur la protection de la concurrence économique, le Président du Conseil de la Concurrence peut, sur demande du plaignant, prendre des mesures provisoires destinées à suspendre les pratiques restrictives de concurrence faisant l'objet de l'instruction, s'il est urgent d'éviter une situation susceptible de provoquer un préjudice grave, imminent et irréparable aux entreprises dont les intérêts sont affectés par ces pratiques ou de nuire à l'intérêt économique général.
1. Overeenkomstig artikel 35 van de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging kan de Voorzitter van de Raad voor de Mededinging, op aanvraag van de klager, voorlopige maatregelen nemen bestemd om de restrictieve mededingingspraktijken, die het voorwerp uitmaken van het onderzoek, te schorsen, indien het dringend is een toestand te vermijden die een ernstig, onmiddellijk en onherstelbaar nadeel kan veroorzaken voor de ondernemingen waarvan de belangen aangetast worden door die praktijken of die schadelijk kan zijn voor het algemeen economisch belang.