Le préambule rappelle aussi le statut de la famille en tant qu'élément naturel et fondamental de la société et son droit à la protection de la part de la société et de l'État ainsi que la nécessité d'aider les personnes handicapées et les membres de leur famille de façon à ce que les familles puissent contribuer à la pleine et égale jouissance de leurs droits par les personnes handicapées.
Voorts komen aan bod de status en de bescherming door de samenleving en de Staat waarop het gezin recht heeft als de natuurlijke hoeksteen van de samenleving, evenals de nodige ondersteuning van personen met een handicap en hun gezinsleden, zodat het gezin kan bijdragen aan het volledige genot van de rechten van personen met een handicap en wel op voet van gelijkheid met anderen.