Ainsi, selon la loi modifiée sur le Fonds de vieillissement, les différents pouvoirs devaient rassembler conjointement en 2007 un surplus représentant 0,3% du PIB et ce surplus devait bénéficier chaque année d'une augmentation égale à 0,2% du PIB, pour atteindre 1,3% du PIB en 2012.
Aldus moesten volgens de gewijzigde wet op het Zilverfonds de gezamenlijke overheden in 2007 een overschot van 0,3% van het BBP realiseren en moest dat surplus jaarlijks met 0,2% van het BBP toenemen tot 1,3% van het BBP in 2012.