L'article 90ter, § 1 , alinéa 2, du Code d'instruction criminelle établit clairement que par « suspect », on entend les « personnes soupçonnées, sur la base d'indices précis, d'avoir commis l'infraction », et par tiers, les « personnes présumées, sur la base de faits précis, être en communication régulière avec un suspect ».
Artikel 90ter, § 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering maakt duidelijk dat met « verdachten » bedoeld wordt « de personen die op grond van precieze aanwijzingen ervan verdacht worden het strafbare feit te hebben gepleegd », en met « derden » bedoelt men « de personen van wie op grond van precieze feiten vermoed wordt dat zij geregeld in verbinding staan met een persoon op wie een verdenking rust ».