126. Enfin, il a été précisé que pour mener des actions en mer dans les cas de trafic de migrant en vertu du protocole, les États parties devaient utiliser des navires de guerre ou des aéronefs militaires, ou d'autres navires ou aéronefs dûment habilités pour le faire et portant une marque extérieure et identifiable de leur appartenance au service de l'État.
126. Krachtens het protocol moeten de verdragsstaten die op zee acties uitvoeren met betrekking tot smokkel van migranten, gebruik maken van oorlogsschepen of militaire vliegtuigen, of van andere vaartuigen of vliegtuigen die daartoe naar behoren zijn gemachtigd, waarop extern identificeerbare kentekens zijn aangebracht, waaruit blijkt dat zij in dienst zijn van de staat.