1° ) avoir acquis le certificat en didactique du cours de philosophie et de citoyenneté visé à l'article 24bis, alinéa 3, du décret du 11 avril 2014 précité, pour autant que le titre de capacité fixé par le Gouvernement, pour l'exercice de cette fonction, l'exige ;
1° ) het getuigschrift didactiek van de cursus filosofie en burgerzin, bedoeld in artikel 24bis, derde lid, van het voormelde decreet van 11 april 2014 hebben behaald, voor zover het bekwaamheidsbewijs dat door de Regering voor de uitoefening van dat ambt wordt vastgesteld, dit vereist;