La Cour européenne rappelle à cet égard dans son arrêt E
scoubet c. Belgique précité « que ' selon le sens ordinaire des termes, relèvent en général du droit pé
nal les infractions dont les auteurs s'exposent à des peines destinées notamment à exercer un effet dissuasif et qui consistent d'habitude en des mesures privatives de liberté et en des amendes ' (arrêt Özturk précité, pp. 20-21, § 53),
à l'exception de ' celles qui par leur nature ...[+++], leur durée ou leurs modalités d'exécution ne sauraient causer un préjudice important ' (voir, en matière de privation de liberté, l'arrêt Engel et autres précité, pp. 34-35, § 82) » ( § 36).Het Europees Hof herinnert in dat opzicht, in zijn reeds aangehaalde arrest Escoubet t. België, eraan « dat ' volgens de gewone betekenis van de woorden, die overtredingen o
nder het strafrecht vallen die aanleiding kunnen geven tot straffen die met name een ontradend effect moeten hebben en die gewoonlijk bestaan in vrijheidsbeperkende maatregelen en geldboeten ' (arrest Özturk, voormeld, pp. 20-21, § 53), met uitzondering van ' die welke wegens de aard, de duur of de uitvoeringsvoorwaarden ervan geen aanzienlijke schade zouden kunnen berokkenen ' (zie, inzake vrijheidsberoving, het arrest Engel en anderen, voormeld, pp. 34-35, § 82) » (
...[+++] § 36).