Par dérogation aux dispositions de l'article 31, § 2, lorsque le Pouvoir organisateur ne communique pas, dans un délai de soixante jours calendrier prenant cours le 1 février, les renseignements permettant de déterminer le nombre d'élèves réguliers à prendre en compte pour fixer la dotation annuelle, celle-ci est fixée, par reconduction et à titre provisoire, à la dotation annuelle de l'année précédente.
In afwijking van de bepalingen van artikel 31, § 2, wanneer de Inrichtende Macht geen kennis geeft binnen een termijn van zestig kalenderdagen die aanvangen op 1 februari, van de inlichtingen waarmee het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen die in rekening moeten genomen worden voor de vaststelling van de jaarlijkse dotatie kan bepaald worden, wordt deze dotatie voorlopig vastgesteld bij hernieuwing op het bedrag van de dotatie die het jaar tevoren werd toegekend.