Mme Defraigne estime que, comme au cours de la discussion de la proposition de loi nº 3-418 relative à la procréation médicalement assistée, on peut se poser la question de savoir s'il est opportun de prendre une initiative législative à propos du « diagnostic prénatal » — l'ensemble des actes médicaux visant à déceler une anomalie d'une particulière gravité chez l'embryon ou le foetus dans la matrice — et du « diagnostic préimplantatoire » — une technique qui consiste à analyser, dans le cadre d'une fertilisation in vitro, une ou plusieurs caractéristiques génétiques des embryons in vitro afin de n'implanter que des embryons qui ne présentent pas les anomalies recherchées.
Mevrouw Defraigne meent dat, net zoals bij de bespreking van het wetsvoorstel nr. 3-418 betreffende de medisch begeleide voortplanting, men zich de vraag kan stellen of het wel opportuun is om wetgevend op te treden in de problematiek van de zogenaamde « prenatale diagnostiek » — het geheel van medische handelingen die tot doel hebben om bij het embryo of de foetus in de baarmoeder een bijzonder ernstige afwijking op te sporen — en de zogenaamde « pre-implantatiediagnostiek » — een techniek die erin bestaat om in het kader van een in vitro fertilisatie één of meerdere genetische kenmerken van de embryo's in vitro te analyseren teneinde alleen embryo's in te planten die de opgespoorde afwijkingen niet vertonen.