Le dommage de la victime par répercussion ne demeure à sa charge que dans la mesure de l'importance de la faute commise par la victime directe, si bien que son droit à la réparation du préjudice, occasionné par les liens affectifs qu'elle entretient avec la victime directe, est limité d'une façon correspondante au droit à réparation que cette dernière peut faire valoir.
De schade van het slachtoffer door weerkaatsing blijft slechts te zijnen laste in de mate van het belang van de door het rechtstreekse slachtoffer begane fout, zodat zijn recht op de vergoeding van het nadeel, veroorzaakt door de affectieve banden die het heeft met het rechtstreekse slachtoffer, is beperkt op een wijze die overeenstemt met het recht op vergoeding dat dat laatste kan doen gelden.