Dans sa note, le Gouvernement a défendu la thèse suivant laquelle il y a lieu d'entendre, « par les mots « l'organisation des cours et tribunaux » à l'article 77, 9º, de la Constitution, non seulement l'organisation des cours et tribunaux au sens strict, dans le sens des travaux préparatoires, mais également l'attribution et le transfert de compétences aux cours et tribunaux, ayant un impact structurel sur l'organisation et l'aménagement de ceux-ci » (o.c., p. 20).
Zij huldigde daarin de stelling dat onder de woorden « de organisatie van de hoven en rechtbanken » van artikel 77, eerste lid, 9º, van de Grondwet moet worden verstaan, niet alleen de organisatie sensu stricto in de zin van de voorbereidende werken, maar ook die bevoegdheidstoewijzing of -verschuiving aan de hoven en rechtbanken die de organisatie en inrichting van de hoven en rechtbanken op een structurele manier beïnvloedt » (o.c. , 20).