Vertaling van "présence de milieux ouverts alluviaux " (Frans → Nederlands) :

La présence de milieux ouverts alluviaux intéressants est propice à la pie-grièche écorcheur et au martin-pêcheur.
De aanwezigheid van interessante alluviale open milieu is geschikt voor de grauwe klauwier en de ijsvogel.

Le site BE34048 a été sélectionné pour les raisons suivantes : Le site se compose de milieux forestiers (alluviaux ou non), de milieux ouverts (mégaphorbiaies et prairies de fauche) et du tracé de la Semois entre Jamoigne et Lacuisine.
De locatie BE34048 werd uitgekozen om de volgende redenen : De locatie bestaat uit bosmilieus (al dan niet alluviale milieus), open milieus (ruigten en maaiweiden) en uit het tracé van de Semois tussen Jamoigne en Lacuisine.

« Le site se compose de milieux forestiers (alluviaux ou non), de milieux ouverts (mégaphorbiaies et prairies de fauche) et du tracé de la Semois entre Jamoigne et Lacuisine.
« De locatie bestaat uit bosmilieus (al dan niet alluviale milieus), open milieus (ruigten en maaiweiden) en uit het tracé van de Semois tussen Jamoigne en Lacuisine.

« Le site des affluents de l'Our entre Setz et Schönberg comprend un ensemble varié de petites vallées ardennaises regroupant des milieux ouverts essentiellement alluviaux et des milieux forestiers.
« De locatie « Affluents de l'Our entre Setz et Schoenberg » omvat diverse kleine Ardense valleien met open milieus (vooral alluviale milieus) en bosmilieus.

Le site BE33061 a été sélectionné pour les raisons suivantes : Le site des affluents de l'Our entre Setz et Schönberg comprend un ensemble varié de petites vallées ardennaises regroupant des milieux ouverts essentiellement alluviaux et des milieux forestiers.
De locatie BE33061 werd uitgekozen om de volgende redenen : De locatie « Affluents de l'Our entre Setz et Schoenberg » omvat diverse kleine Ardeense valleien met open milieus (vooral alluviale milieus) en bosmilieus.

Outre cette diversité de milieux ouverts et forestiers, le site abrite des richesses ornithologique, chiroptérologique, entomologique et botanique exceptionnelles : une des rares stations de Taxus baccata en Wallonie, la présence d'espèces rares en Wallonie et notamment de la Loutre (Lutra lutra), avant la vidange de l'étang en 1985, la Grotte de Lompret qui constitue un site chiroptérologique majeur».
Naast deze verscheidenheid van open en bosmilieus, herbergt de locatie ornithologische, chiropterologische, entomologische en botanische rijkdommen : een van de enige habitats van de Taxus baccata in Wallonië, de aanwezigheid van zeldzame soorten in Wallonië en in het bijzonder, de Otter (Lutra lutra), vóór het leegpompen van de vijver in 1985, de « Grotte de Lompret » die een chiropterologisch hoofdgebied vormt».

Les complexes alluviaux situés le long de la Wamme englobent quant à eux à la fois des habitats forestiers, dont des forêts humides et des forêts alluviales, et des milieux ouverts, dont des mégaphorbiaies et des prairies maigres de fauche.
De alluviale gehelen langs de Wamme omvatten zowel boshabitats, met name vochtige en alluviale bossen, als open milieus, met name voedselrijke ruigtes en magere hooiweiden.

La zone de transition avec la Forêt de Soignes constitue un couloir de liaison indispensable entre la vallée et le massif forestier; 3° la présence de nombreuses zones de transition entre des types d'habitat marécageux souvent naturellement eutrophes et d'autres secs, sablonneux, souvent oligotrophes; 4° la présence des zones de transition entre des milieux semi-naturels boisées et ouverts; 5° la présence de 10 types d'habitats naturels figurant à l'annexe I. 1 de l'Ordonnance; 6° la présence de 6 types d'habitats d'intérêt régional figurant à l'annexe I. 2 de l'Ordonnance 7° la présence de 8 espèces figurant à l'annexe II. 1.1 de l'Ordonnance; 8° la présence de 8 espèces figurant à l'annexe II. 1.2 de l'Ordonnance; 9° la présence de 14 espèces d'intérêt régional figurant à l'annexe II. 4 de l'Ordonnance.
De overgangszone met het Zoniënwoud vormt een onontbeerlijke verbindingscorridor tussen de vallei en het bosmassief; 3° de aanwezigheid van tal van overgangszones tussen moerassige, vaak van nature eutrofe habitattypes en andere, droge, zanderige en vaak oligotrofe types; 4° de aanwezigheid van overgangszones tussen seminatuurlijke, beboste en open milieus; 5° de aanwezigheid van 10 types natuurlijke habitat die in bijlage I. 1 van de Ordonnantie vermeld worden; 6° de aanwezigheid van 6 types habitat van gewestelijk belang die in bijlage I. 2 van de Ordonnantie vermeld worden; 7° de aanwezigheid van 8 soorten die in bijlage II. 1.1 van de Ordonnantie vermeld worden; 8° de aanwezigheid van 8 soorten die in bijlage II. 1.2 van de Ordonnantie vermeld worden; 9° de aanwezigheid van 14 soorten van gewestelijk belang die in bijlage II. 4 van de Ordonnantie vermeld worden.

Le site BE33050 a été sélectionné pour les raisons suivantes : le site comprend deux entités distinctes : la Fagne de la Gotale et la vallée encaissée du Ruisseau de Chavanne, au nord de Vaux-Chavanne, qui regroupe des milieux alluviaux (ouverts ou forestiers) et quelques forêts de versant (fortement enrésinées).
De locatie BE35049 is uitgekozen om de volgende redenen : de locatie bestaat uit twee grote eenheden : de " Fagne de la Gotale" en de uitgesneden vallei van de beek Chavanne ten noorden van Vaux-Chavanne die alluviale milieus (open of bosmilieus) en enkele hellingbossen (met veel naaldbomen) omvat.