Par dérogation à l'article 259quater, §§ 4 et 5, les chefs de corps dont le mandat est en cours au moment de l'entrée en vigueur du présent article bénéficient, à l'expiration de leur mandat, du traitement correspondant à la fonction de chef de corps, ainsi que des augmentations et avantages y afférents pendant deux années ou jusqu'au moment ou, au cours de cette période, ils sont nommés ou désignés à une autre fonction mieux rémunérée.
In afwijking van artikel 259quater, §§ 4 en 5, genieten de korpschefs van wie het mandaat loopt op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, na het verstrijken van hun mandaat gedurende twee jaar, of tot op het tijdstip dat zij voor het verstrijken van die termijn in een ander beter bezoldigd ambt worden benoemd of aangewezen, de overeenkomstige wedde van korpschef met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen.