Les États membres présentent un projet par an maximum (ateliers de travail, rencontres et séminaires visés à l'article 3, paragraphe 2, deuxième alinéa), sans préjudice de la présentation de projets supplémentaires au titre des stages et d'échanges ou de l'assistance.
De lidstaten dienen per jaar maximaal een project in (workshops, ontmoetingen en studiedagen als bedoeld in artikel 3, lid 2, tweede alinea), ongeacht de indiening van eventuele aanvullende projecten inzake stages en uitwisselingen of bijstand.