La protection des intérêts financiers de l'Union nécessite une définition commune de la fraude qui relève du champ d'application de la présente directive, qui devrait couvrir les comportements frauduleux portant atteinte aux dépenses, aux recettes et aux avoirs, au préjudice du budget général de l'Union européenne (ci-après dénommé «budget de l'Union»), y compris les opérations financières telles que les activités d'emprunt et de prêt.
De bescherming van de financiële belangen van de Unie vereist een gemeenschappelijke definitie van de fraude die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, die frauduleuze gedragingen dient te omvatten met betrekking tot de ontvangsten, uitgaven en vermogensbestanddelen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie (de „begroting van de Unie”), met inbegrip van financiële verrichtingen zoals kredietverlening en kredietneming.