Chaque banque de matériel corporel humain et structure intermédiaire visée dans la présente loi doit apporter la preuve qu'elle répond aux dispositions de celle-ci et que le sang de cordon visé et les données nécessaires, y compris celles qui concernent le typage HLA visé au paragraphe 2, sont effectivement mis à disposition internationalement comme prévu dans le même paragraphe.
Elke bank voor menselijk lichaamsmateriaal en intermediaire structuur zoals bedoeld in deze wet, moet aantonen dat zij aan de bepalingen van deze wet beantwoordt en dat het bedoelde navelstrengbloed en de nodige gegevens, met inbegrip van deze met betrekking tot de in paragraaf 2 bedoelde HLA-typering, effectief internationaal ter beschikking gesteld zijn zoals bedoeld in dezelfde paragraaf.