Les cellules ou tissus prélevés avant l'entrée en vigueur de la présente loi pourront, après celle-ci, faire l'objet d'une application humaine, pour autant que les dispositions de la présente loi, à l'exception des articles 10, 12, 19 et 20, soient respectées.
De cellen of weefsels die zijn weggenomen vóór de inwerkingtreding van deze wet, mogen na de inwerkingtreding ervan het voorwerp uitmaken van een toepassing op de mens, voor zover de bepalingen van deze wet, met uitzondering van de artikelen 10, 12, 19 en 20, worden nageleefd.