2. Lorsque, en vertu de l'article 94, paragraphe 1, et du paragraphe 1 du présent article, aucun tribunal n'est compétent pour connaître d'une action autre que celles visées à l'article 96 et relative à une marque communautaire, cette action peut être portée devant les tribunaux de l'État membre dans lequel l'Office a son siège.
2. Indien op grond van artikel 94, lid 1, en van lid 1 van dit artikel geen rechterlijke instantie bevoegd is voor een andere rechtsvordering betreffende een Gemeenschapsmerk dan de in artikel 96 bedoelde rechtsvorderingen, kan deze rechtsvordering worden ingesteld bij de rechterlijke instanties van de lidstaat waar het Bureau gevestigd is.