Nous envisageons la personne avant d’envisager le fait qu’elle est différente – parce qu’elle souffre d’un handicap ou qu’elle est homosexuelle – et c’est pourquoi nous aimons, préservons et défendons cette personne. Tel est le fondement de la stratégie de non-discrimination.
We beschouwen iemand in de eerste plaats als persoon, voordat we hem of haar beschouwen als iemand die in enig opzicht anders is – gehandicapt, bijvoorbeeld, of homoseksueel – en dus houden we van de persoon en behoeden en beschermen we hem of haar; dat is de kern van de antidiscriminatiestrategie.