Le Conseil des ministres conteste l'intérêt de la partie requérante parce que l'annulation de la disposition en cause aurait pour effet de supprimer toute base légale au taux de taxation de 10 p.c. plus favorable dont elle prétend vouloir bénéficier et que le taux de 16,5 p.c. qui lui serait défavorable lui resterait appliqué sur la base de l'article 171, 4°, g), du C. I. R. 1992, lequel n'a pas été modifié et ne peut donc plus faire l'objet d'un recours en annulation.
De Ministerraad betwist het belang van de verzoekende partij omdat de vernietiging van de in het geding zijnde bepaling tot gevolg zou hebben dat elke wettelijke grondslag voor het gunstigere belastingtarief van 10 pct. dat zij wenst te genieten, zal verdwijnen en omdat het tarief van 16,5 pct. dat voor haar nadelig zou zijn, op haar toepasselijk zou blijven op grond van artikel 171, 4°, g), van het WIB 1992, dat niet werd gewijzigd en bijgevolg niet meer het voorwerp kan zijn van een beroep tot vernietiging.