La question se pose dès lors si les données à caractère personnel que les Parties contractantes prévoie
nt de s'échanger ne pourront être traitées qu'en vue de la répression et de la poursuite des délits graves relevant de la criminalité organisée, objet principal de la Convention, ou si elles pourront être utilisées, en l'absence de restriction expresse qui serait formulée par la Partie transmettant les données conformément à l'article 11, paragraphe 3, 7, à toutes fi
ns relevant de la « prévention de menaces pour l'ordre et la sécurit
...[+++]é publics ».
Bijgevolg rijst de vraag of de persoonsgegevens die de Verdragsluitende Partijen van plan zijn uit te wisselen, alleen zullen kunnen worden verwerkt met het oog op de bestrijding en de vervolging van zware misdrijven die onder georganiseerde criminaliteit vallen, het hoofddoel van het Verdrag, dan wel of ze zullen kunnen worden gebruikt voor alle doeleinden in verband met « afwending van een gevaar voor de openbare orde en veiligheid », als geen uitdrukkelijke beperking wordt gesteld, overeenkomstig artikel 11, lid 3, 7, door de partij die de gegevens verstrekt.