Comme il est dit en B.35, conformément à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, cette condition doit être interprétée en ce sens que « le recours en opposition reste effectif pour les prévenus défaillants qui n'ont ni renoncé à comparaître et à se défendre ni eu l'intention de se soustraire à la justice » (Doc. parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 79).
Zoals in B.35 is vermeld, moet die voorwaarde, overeenkomstig de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, aldus worden geïnterpreteerd dat « het verzet effectief blijft voor de niet verschenen beklaagden die geen afstand hebben gedaan van te verschijnen en zich te verdedigen, en evenmin de intentie hadden zich te onttrekken aan het recht » (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 79).