Art. 14. En cas de défaillance d'un établissement de crédit, d'une société de bourse ou d'une entreprise d'investissement visés à l'article 2, 3° et 4°, le Fonds, le cas échéant avec le Fonds de protection, fait publier au Moniteur belge l'existence des circonstances décrites à l'article 5, alinéa 1, ainsi que les délais prévisibles pour le paiement des interventions.
Art. 14. In geval van deficiëntie van een kredietinstelling, beursvennootschap of een beleggingsonderneming bedoeld in artikel 2, 3° en 4°, maakt het Fonds, desgevallend samen met het Beschermingsfonds, in het Belgisch Staatsblad bekend dat de in artikel 5, eerste lid beschreven omstandigheden zich voordoen en welke termijnen zijn vooropgesteld om de tegemoetkomingen te betalen.