Considérant que, pour ce qui est de la participation du public à ces décisions, le législateur n'a pas estimé devoir prévoir une telle modalité de participation à ce stade, la Directive Habitats ne l'exigeant pas elle-même; que la Cour constitutionnelle a estimé qu'« il relève du pouvoir d'appréciation du législateur décrétal de prévoir une enquête publique préalablement à la désignation définitive des zones qui sont susceptibles d'être déclarées zones spéciales de conservation » (C.A., n° 31/2004, 3 mars 2004, point B.3.4);
Overwegende dat de wetgever, wat de inspraak van het publiek bij die besluitvorming betreft, niet geacht heeft te moeten voorzien in een dergelijke inspraakmodaliteit in deze fase des te meer omdat ze niet opgelegd is bij de Habitatrichtlijn; dat het Grondwettelijk Hof geacht heeft dat « de decreetgever moet oordelen of een openbaar onderzoek gevoerd moeten worden voor de definitieve aanwijzing van de gebieden die tot bijzondere instandhoudingsgebieden verklaard zouden kunnen worden » (Arbitragehof, nr. 31/2004, 3 maart 2004, punt B.3.4);