La Cour est interrogée sur l'identité de traitement, découlant de la disposition en cause, entre le travailleur salarié qui n'exerce qu'une activité professionnelle et le travailleur qui en exerce plusieurs, en ce que l'article 100, § 1, de la loi
AMI exige, dans les deux cas, une cessation complète de toute activité professionnelle pour bénéficier de l'indemnité qui y est visée et que l'article 100, § 2, de la même loi limite, par conséquent, dans les deux cas, la possibilité de cumuler l'indemnité pour incapacité de travail et une activité profess
ionnelle à la seule hypothèse ...[+++] où l'activité professionnelle est reprise, mais ne la prévoit pas dans l'hypothèse où une activité professionnelle est poursuivie.Aan het Hof worden vragen gesteld over de gelijkheid van behandeling, die uit de in het geding zijnde bepaling voortvloeit, tussen de werknemer die maar één beroepsactiviteit uitoefent en de werknemer die er verschillende uitoefent, in zoverre artikel 100, § 1, van de ZIV-Wet in beide gevallen een volledige onderbreking van elke beroepsactiviteit vereist om de uitkering te genieten die daarin wordt bedoeld, en in zoverre artikel 100, § 2, van dezelfde wet bijgevolg in beide gevallen de mogelijkheid om de uitkering voor arbeidsongeschiktheid te cumuleren met een beroepsactiviteit beperkt tot het loutere geval waarin de beroepsactiviteit
wordt hervat, maar er niet in voorziet v ...[+++]oor het geval waarin een beroepsactiviteit wordt voortgezet.